Bij de begrotingsbehandeling nam de gemeenteraad een motie van de VVD over maar stemde tegen een amendement om de belastingen minder te verhogen.
Op 5 november behandelde de gemeenteraad van Dronten de
begroting voor 2021, onze fractievoorzitter sprak daarbij deze Algemene
beschouwingen uit:
“De VVD is in 2018 enthousiast van start gegaan met de
samen met onze collega’s gekozen aanpak en hoofdlijnen, waaronder: het borgen
van vitale dorpskernen, klimaatverbetering, veilig opgroeien, liefdevolle zorg,
een sterke economie, bereikbaarheid, ruimte voor goed onderwijs, aandacht voor
groei en ruimtelijke ontwikkeling, opknappen van bedrijventerreinen, en
inwonerparticipatie.
We hebben nu bijna 63% van deze raadsperiode erop zitten
en er is reden voor tevredenheid, maar ook voor zorg.
Tevredenheid omdat uit de recente
midden-termijn-terugblik van het college bleek dat de uitvoering van het
coalitieakkoord meer dan op schema ligt. Er zijn mooie resultaten geboekt en we
hebben er alle vertrouwen in dat we aan het eind van de rit ook het hele
parcours zullen hebben afgelegd.
Zorg omdat we hebben gezien dat het Coronavirus een
enorme wissel aan het trekken is op onze samenleving, ook onze lokale. Dit
maakt dat we extra alert moeten blijven op de leefbaarheid van onze woonkernen.
Daarnaast moeten we bijdragen wat we kunnen aan de gezondheid van onze inwoners
en ondernemers. Èn we moeten nog meer dan normaal rekening houden met hun
huishoudboekjes.
Wat dat eerste betreft, de leefbaarheid, steunen wij
inhoudelijk het amendement van Leefbaar Dronten, GroenLinks en PvdA om de
handhaving verder te versterken. Wel zijn we benieuwd naar de reactie van het
college op de effecten van de financiële paragraaf ervan, vooral in samenhang
met het door alle andere fracties ingediende amendement Groene Schoolpleinen –
waarover inhoudelijk in de raadsvergadering van 17 september al een besluit
genomen is.
Wat het tweede betreft, onze inwoners en ondernemers, is
ons vertrekpunt zoals bekend steeds om bij het in zicht komen van financiële
grenzen, eerst goed naar de eigen organisatie te kijken vóórdat we belastingen
gaan verhogen.
Wanneer we dat doen, zouden wij op twee punten graag een
andere keuze maken dan nu voorgesteld.
Als eerste zouden we een beperkter kader willen stellen
met betrekking tot externe inhuur. Vanuit de raad zijn daar al vaker vragen
over gesteld. Terwijl bij andere gemeenten de externe inhuur daalt, stijgt die
bij de onze. Wij zijn er ons terdege van bewust dat vanwege de wettelijke
bevoegdheid van het college voor de bedrijfsvoering, het de raad past om
terughoudend te zijn bij het stellen van gedetailleerde kaders. Een kader op
hoofdlijnen past daarbij echter zeer zeker. We roepen het college dan ook op om
op dit punt beleid te ontwikkelen, zeker nu de laatste jaren stevig is geïnvesteerd
in de formatie. Wij stellen daarbij voor om de externe inhuur alvast neerwaarts
bij te stellen met €350.000.
Ten tweede stellen we voor om de post incidentele
uitgaven meer in lijn te brengen met de realisatie in de laatste jaarstukken en
te beperken tot €50.000. Dat is meer dan vorig jaar nodig bleek, dus dit lijkt
ons verantwoord.
Deze keuzes rond de eigen bedrijfsvoering maken het
mogelijk om voor onze inwoners en ondernemers de belastingen niet méér te
verhogen dan met de sinds jaar en dag gebruikelijke indexering op basis van de
verwachte prijsinflatie.
Ten slotte willen we ook graag samen met onze collega’s
van de ChristenUnie en het CDA een motie indienen voor een proef om bij alle
raadsvoorstellen met een budgettair beslag van minimaal €50.000 een
‘doelmatigheid en doeltreffendheid’-paragraaf te hanteren, alsmede een bijbehorende
rapportage. Zo kunnen we ervaring doen voor het traject om blanco te gaan
begroten.”
In het debat bleek dat de andere fracties ons voorstel om
de belastingen niet méér te verhogen dan met de indexering niet steunden,
waardoor deze volgend jaar helaas met 4,4% zullen worden verhoogd, nog los van
een mogelijk verdere verhoging van de afvalstoffenheffing die later dit jaar
wordt besproken. Onze motie kreeg wel brede steun en werd door het college
overgenomen.
Toen, ten slotte, bleek dat het amendement rond versterking van de handhaving financieel mogelijk was, hebben wij dat gesteund.